Twee voor de prijs van één. Derde gratis. Vijf-stuks-in-een-voordeelverpakking. Weekendaanbieding. Nu meenemen = de helft betalen. Deze week de tweede halve prijs. Warme kortingen tijdens koude winterdagen. Zachte lenteprijsjes. Ik zou wel gek zijn om meer te betalen. Soms krijg je bovenop het financiële voordeel ook nog een gratis presentje. Zo heb ik mijn neefje al twee keer een plezier kunnen doen met een super dik vakantiestrip- en puzzelboek.

Kien ik het een beetje uit, dan eten we in het weekend ieder een broodje extra en als het meezit belegd met luxe of exotische vleeswaren. Dan bakken we uit de voordeelzak niet drie maar vier keer zaterdagse frieten. Dan hoeven we ons niet sappel te maken over gemorste koffie, soep of saus op placemats of kleding, want we kunnen voor hetzelfde geld maar liefst twaalf wassen extra draaien. Dan kunnen we voor de prijs van één wekenlang alle twee de toiletpotten in ons huis hygiënisch schoon en fris houden. Dan eten we drie avonden achtereen bloemkool: de eerste avond als rauwkost met appel en een zoete dressing, de volgende avond traditioneel, dus gekookt mét een melksausje en een vleugje nootmuskaat en de laatste avond gaan de resterende roosjes samen met sla en plakjes tomaat en komkommer door de vinaigrette.

Ik ben erg dol op de aanbiedingen van die bekende drogisterijketen. De reclamestem waar praktisch iedereen zich aan ergert, weerhoudt mij niet. Het prijsvoordeel overstemt het gekrijs. Een heleboel artikelen hebben we dagelijks, wekelijks of anderszins periodiek nodig. Altijd handig dus om wat voorraad in huis te hebben.

Een grote warenhuisketen stunt sinds een aantal weken met nieuwe, vaste lagere prijzen voor een heleboel producten uit het standaardassortiment. Mokken en sokken. Shirtjes in vrolijke kleurtjes. Behaatjes en chocolaatjes. Dekbedovertrekken, glazen, panty’s en vazen. Sinds kort dus vijftig cent, één Euro en in sommige gevallen maar liefst vijf Euro goedkoper. Het is dat ik al die spullen niet nodig heb, maar anders…

Meer en meer winkels proberen meer klanten te trekken om hun wankele positie enigszins te verstevigen. Ach, ik ben de beroerdste niet. Zo staat bij ons in de gang op een tafeltje bij de voordeur een klein mandje met muntgeld. Collectanten bellen nooit vergeefs bij ons aan. Ik wil dan ook best wat voorraad aanleggen en mijn bijdrage leveren aan pogingen om winkelketens voor uitsterven te behoeden. Kom nou zeg, banken redden kost meer. Maar onze opslagruimte is beperkt en de grenzen daarvan zijn onderhand wel bereikt. Lades zitten prop- en propvol en lopen dientengevolge regelmatig vast bij het open- of dichtschuiven. Kasten puilen uit dus de deurtjes blijven op een kier staan. Planken dreigen in te zakken of van de muur te donderen. Mijn voorraad krullengel is toereikend tot minstens eind 2017. Zie je me rondlopen met grijze plukken, dan ligt dat aan tijd- of lustgebrek en niet aan de hoeveelheid doosjes haarverf. Als ik een gratis fles shampoo of voordelige tube tandpasta moet pakken, stoot ik telkens weer de zo netjes op elkaar gestapelde potjes gezichtscrème om. Zelfs al smeer ik er kwistig op los, met dit arsenaal kan ik vooruit tot aan mijn dood en ben ik ervan verzekerd dat ik rimpelloos de kist in ga.

23-04-2015