Vorig jaar zagen we ze in eerste instantie wel eens op de parkeerplaats achter onze schuur. Of ze zaten met zijn tweetjes bovenop de schutting die onze tuin van die van de buren scheidt. Ze leken nog wat onwennig. De buurt moest nog worden verkend.

Vrij snel al nam hun onzekerheid wat af en konden wij vol bewondering gadeslaan met welk een soepelheid ze razendsnel over het behoorlijk schuine dak van onze schuur omhoog klommen, naar de nok. Ze bleven soms wel een halfuur daar boven en hadden in alle richtingen uitstekend uitzicht op de omgeving.

Een paar dagen later durfden ze zich zowaar van de schutting naar beneden te laten zakken en zetten ze hun eerste voorzichtige stapjes in onze tuin, om zich al snel weer uit de voeten te maken, tegen de houten planken omhoog. Weer veilig thuis.

De hele zomer kwamen ze regelmatig een kijkje bij ons nemen. Daarbij hielden ze wel een duidelijke grens aan. Alleen het achterste deel van onze tuin was blijkbaar veilig gebied. Als we de klink van de achterdeur omlaag deden, gingen ze er meestal rap, nog zonder achterom te kijken, vandoor. Als ze wat lagen te dutten, op het houten bankje of gewoon op de tegels, konden we zomaar de deur openen en zelfs tot halverwege de tuin lopen. Dan pas schrokken ze uit hun gedommel wakker, bewogen hun kopjes omhoog en keken ze ons gedurende één seconde verschrikt aan om er dan pijlsnel vandoor te gaan. De boom in eigen tuin in, weer op veilige afstand. Of nog hoger, naar de nok van het schuurdak.

Vorige week was ik in de keuken bezig en keek ik gedachteloos van het aanrecht op en vervolgens door het raam van de achterdeur naar buiten. Twee grote ogen, fel blauwe, maar het kunnen ook groene of grijze zijn geweest, ik ben een beetje kleurenblind, keken mij vanaf de andere kant van het glas nieuwsgierig aan. Als je er niet op bedacht bent dat je wordt beloerd, zeker wanneer je in je eigen keuken in je eigen huis je dagelijkse dingen staat te doen, nou, dan schrik je wel. Ik schrok me werkelijk de pleuris, maar ik had een mes in mijn hand. Ik bleek me echter niet te hoeven verdedigen. Gelukkig maar.

De schuwheid van vorig jaar is als sneeuw voor de zon verdwenen. Dat ze de scheidslijn hebben opgeheven, is afgelopen week al meermalen gebleken. De ene gluurt vanaf de lage, houten kast bij ons achterraam met zijn kopje haast tegen de ruit de woonkamer binnen. Hij, of zij, volgt belangstellend al onze bewegingen. De andere zit een klein stukje verderop, op of onder het tafeltje, kennelijk te wachten tot één van ons de keuken in komt lopen. We vragen ons niet af wat er door hun kopjes omgaat als we door het woonkamer- of keukendeurraam breed lachend malle hoofdbewegingen maken en onderwijl op hoge toon naar hen kirren alsof het kleine kinderen zijn.

Wij zien uit naar de zomer.

26-03-2015

Comments are closed.