De eerste keer bleef ze één nachtje over. Het ging tegen mijn principes in en de honden die ik jaren geleden zelf had, mochten nooit op de bank. Die honden waren dan ook minstens vijf keer groter dan ons logeetje. In haar eigen huis was ze gewend om grote delen van de dag op de bank door te brengen. Ze was al hoogbejaard, dus vooruit dan maar, voor dat korte verblijf bij ons wilden we het niet te ingewikkeld voor haar maken. We legden op elke bank een handdoek en zonder dat we ook maar iets hoefden te zeggen of hoefden te wijzen, ging ze braaf op de voor haar gecreëerde plekjes liggen. Wat een pienterheid. Het surrogaatbaasje, een kattenliefhebber nota bene, was de eerste die gepaaid moest worden. Daarmee stak ze mij recht in mijn hart. Toen ze van bank wisselde en de rest van de avond aan mijn voeten doorbracht, glunderde ik. Ze had ons nu allebei ingepakt en we vonden haar heel grappig en zó schattig.

De tweede logeerpartij was van iets langere duur. Het was winter en het vroor en, maar dat was ons niet verteld, ze had waarschijnlijk een kou op haar blaas opgelopen, want ze piste elke nacht binnen, ondanks dat we haar voor het slapen gaan nog even buiten lieten. De eerste ochtend ontdekte ik een grote natte plek op mijn kussen op de bank. Bah. Maar ach, het kostte me weinig inspanning om de wasmachine en droogtrommel in te schakelen om de schade te herstellen. De daaropvolgende ochtenden vonden we telkens gele plekken op de vloer, soms nat, soms half opgedroogd, meestal in dezelfde hoek van de kamer. Ook vies, maar evenmin een punt. Een tegelvloer, een emmer met een sopje en een mops vormen immers een heel praktische combinatie.

Nu is ze voor de derde keer te gast bij ons. In een grote boodschappentas hebben haar eigenaren haar logeerbenodigdheden meegegeven: een nieuw mandje, een volle zak hondenbrokjes, een pakje hondensnacks, wat hondenspeelgoed – waar ze overigens niet naar omkijkt – haar wandelriempje en een stapel handdoeken. Hoe lang ze blijft logeren is bij aanvang van de partij nog niet bekend. Haar baasje en vrouwtje genieten van zee en strand en zolang de zon het zoute water en de blauwe lucht nog zo aangenaam verwarmt, kunnen wij genieten van ons logeerhondje. Ze is erg gemakkelijk om te hebben. Een korte wandeling één keer per dag vindt ze, net als wij, meer dan genoeg en wordt doelmatig benut om de darmpjes te legen. Veel liever dan een uitstapje buiten de poort snuffelt ze in onze achtertuin. Keer op keer struint ze dezelfde planten en struiken af, ze krijgt er maar geen genoeg van om telkens weer dezelfde, kennelijk overheerlijke, geuren op te snuiven. Of zijn het inspectierondjes, om te controleren of zich niet stiekem één of meer soortgenoten ongeoorloofd op haar tijdelijke territorium hebben begeven? Emmer en mops staan gereed maar nog steeds ongebruikt. Plasjes doet ze dit keer gewoon in de achtertuin. We vinden dat niet erg, het zijn maar kleintjes en de planten kunnen er wel tegen. Ze wisselt haar aandacht weer uitgekookt af tussen haar pleegbaasje en pleegvrouwtje en krijgt alles wat ze aan wensen heeft van ons gedaan: ze mag zich gezellig tegen ons aan op de bank neervlijen, smikkelt dagelijks een lekkere snack weg, krijgt elk uur vers water, geniet van een overheerlijk diner dat we voor haar bereiden door vlees en groenten door de droge brokjes te mengen, neemt gretig en met veel tevreden hondengespin en -geknor de talloze aaitjes en knuffeltjes in ontvangst. En wij? Wij vinden het weer oergezellig en moeten weer regelmatig erg lachen om haar gesnuffel en vleierij. We krijgen er maar geen genoeg van en kijken elkaar tientallen keren per dag aan: wel héél erg leuk hé, zullen we haar gewoon houden?

Elke ochtend, ook in het weekend, dus ook deze zondagmorgen, gaat ze om een uur of zeven af. Het begint met gepiep. We fronsen onze wenkbrauwen even en rollen ons dan om, maar door de dichte deur en het plafond heen heeft ze exact het moment in de smiezen waarop we weer indommelen en dat is het moment waarop het gepiep overgaat in geblaf. Steeds luider en luider en om haar boodschap kracht bij te zetten en ons ervan te doordringen dat het toch echt heel dringend is, zet ze haar nageltjes in de deur. Dit koddige, schattige wekkertje heeft geen uitknop en ook geen snooze-functie. Het is mijn beurt en mopperend loop ik naar beneden. Ik zwaai de achterdeur voor haar open en daar gaat ze, weer op snuffeltocht. Er is geen enkele sprake van enige druk op de blaas. Welnee, ze is gewoon uitgeslapen en dan het is weer snuffeltijd. Slaperig en humeurig leun ik tegen de deurstijl en mijn ogen volgen haar patrouille door de tuin terwijl een fris briesje in mijn gezicht blaast. Haar baasje liet gisteren weten dat ze haar vanavond komen ophalen. Mijn mondhoeken gaan licht omhoog. Morgen uitslapen.

14-08-2013